Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En al de vorsten, en helden, ja, ook al de zonen van den koning David, gaven de hand, [30]dat zij onder den koning Salomo zijn zouden. 30. Dat is, dat zij Salomo voor hunnen koning en overheer kenden en aannamen. Hebreeuws, gaven de hand onder den koning Salomo.